“De ergonoom adviseerde mij een computergestuurde verdoving daar de kracht in mijn arm en hand verminderd is. Ik kon niet overweg met apparaat nr.1, de anaestheticum verspreidde zich overal en qua kracht was het niet dermate minder dan met de intraligamentaire verdoving. En de patiënt ervoer het niet als minder angstig en men vond het pijnlijker.
Dit werd het niet. De Quicksleeper passeerde de revue. Ik hikte echter enorm tegen de prijs aan en schoof het vooralsnog terzijde. Mijn klachten werd er echter niet minder om. “Gelukkig” was er een patiënt met een hot tooth. De 21 kon ik absoluut niet verdoven en de endodontische behandeling kon niet gedaan worden. Totdat ik overwoog om Thijs ten Hag te bellen. Ik vroeg hem of het mogelijk was om de Quicksleeper bij deze patiënt uit te proberen. En dat kon!
Het gebruik was natuurlijk nieuw voor mij, maar ik had hier veel literatuur over gelezen en ik had filmpjes op YouTube gezien, voordat ik met de ingreep begon. En zowaar: het was appeltje-eitje, mijn patiënt blij dat zij eindelijk van de pijn af was en ik was verbaasd hoe eenvoudig het ging en hoe effectief het was.
Hierna heb ik een “cursusje” bijgewoond en de andere methodes geleerd. Wat mij bijzonder goed bevalt is dat ik vrijwel niets hoef te doen, behalve het apparaat vasthouden (zonder kracht uit te oefenen) en een pedaal indrukken. Je moet de patiënt wel van te voren vertellen wat er gaat gebeuren en bekijken hoe je het gaat doen (dit kost denk ik 2 minuten). En dan alleen wachten tot je voelt dat je door het corticale deel bent en je voet moet verplaatsen van de oranje knop (om door het bot te komen) naar het grijze deel. En naar de piepjes te luisteren (samen met de patiënt en dit leidt hem/haar af). Dat is alles.
Voor angstige patiënten is het een ideale methode. Als zij goed zijn geïnformeerd en ervaren dat het element 100% is verdoofd en ze niet de dikke tong, lip etc. voelen, zijn ze rustiger (in tegenstelling tot een niet goed geplaatste mandibulair, dan denken ze dat het verdoofd is totdat zij het toch voelen bij het boren of als de mandibulair de ene keer wel en een andere keer niet goed is geplaatst waardoor de patiënt toch angstig blijft). Een ander voordeel is dat de occlusie goed te bepalen is.
En je moet niet verrast zijn als een patiënt vraagt of je de verdoving ‘met de boor’ wil doen. De eerste keer moest ik even denken wat de patiënt nou precies bedoelde…
Hopelijk begrijpt een collega het ook indien mijn patiënt dit aan vrienden en/of kennissen vertelt en die aan hun tandarts vragen om een verdoving ‘met de boor’.”